Cachaça – meer dan een drankje
Er zijn van die woorden die je leert kennen zodra je voet zet op Braziliaanse bodem. Saudade, bijvoorbeeld. Of jeitinho. En dan is er cachaça. Een woord dat ik al snel oppikte, hoewel het nog jaren zou duren voordat ik begreep hoe diep het eigenlijk verankerd ligt in de Braziliaanse cultuur.
Wat cachaça precies doet met je smaakpapillen weet ik niet uit eigen ervaring maar ik heb uit gesprekken met Brazilianen wel gemerkt dat dit heldere distillaat — voor buitenstaanders misschien vooral bekend als het hoofdingrediënt van de caipirinha — veel meer is dan alleen een drankje. Het is een verhaal. Een gebruik. Een geur van suikerriet en zon.

Van suikerriet tot cachaça
Cachaça wordt gemaakt van het sap van vers geperst suikerriet, dat na fermentatie wordt gedistilleerd. Dat is meteen een belangrijk verschil met rum, dat meestal uit melasse wordt gemaakt, het stroperige bijproduct van de suikerproductie. Je zou kunnen zeggen: waar rum een product is van wat overblijft, is cachaça geboren uit het begin. En dat voel je — in de verhalen die mensen erbij vertellen, in de trots waarmee ze een fles van hun favoriete merk of eigen regio aanprijzen.
In grote lijnen zijn er twee soorten cachaça: de industriële en de ambachtelijke. De eerste wordt op grote schaal geproduceerd en vooral gebruikt voor cocktails. De tweede — vaak afkomstig van kleine familiebedrijven, de zogenaamde alambiques — wordt zorgvuldig gestookt en soms gerijpt in houten vaten die de drank bijzondere aroma’s meegeven. Ambachtelijke cachaça heeft de afgelopen decennia een ware herwaardering doorgemaakt, en staat inmiddels bij fijnproevers wereldwijd in de belangstelling.

Volksdrank en erfgoed
Wat me fascineert, is hoe cachaça zich beweegt tussen werelden. Je vindt het in eenvoudige plastic flessen in het dorpscafé, maar ook in luxe glazen karaffen in gespecialiseerde winkels. Het is de drank van de boer, de arbeider, de kunstenaar, de toerist. Tijdens feestdagen, religieuze vieringen en familiebarbecues komt er steevast een fles op tafel. Soms als toost, soms als gebaar van gastvrijheid, soms zelfs als medicijn — tegen kou, hoest of liefdesverdriet.
In 2003 werd cachaça officieel erkend als immaterieel cultureel erfgoed van Brazilië. En terecht, vind ik. Want wie iets van Brazilië wil begrijpen, komt vroeg of laat bij dit geurige, sterke drankje uit. Niet om het te drinken, per se, maar om te begrijpen wat het betekent: een stukje geschiedenis, een vleugje rebellie, een tastbaar spoor van de koloniale tijd, waarin Afrikaanse kennis, Europese technieken en Braziliaanse grondstoffen samenkwamen in een ketel van vuur en tijd.

De fles op tafel
Soms, bij een bezoek aan vrienden of familie, wordt er spontaan een fles cachaça tevoorschijn gehaald. Er wordt ingeschonken, geproost, gelachen. Want cachaça verbindt. Het is onderdeel van de Braziliaanse gastvrijheid, van het gevoel dat er altijd wel een reden is om samen te komen, om iets te vieren — al is het maar het leven zelf.
Dat is misschien wel wat me het meest aanspreekt. Niet de drank zelf, maar de manier waarop hij deel uitmaakt van een groter geheel. Van het ritme van het land, de mensen, de verhalen. En zelfs al proef ik het niet letterlijk: ik proef wel de betekenis.
De afbeeldingen heb ik gegenereerd met Midjourney en Leonardo AI
Wat heb je een gevoel prachtig beschreven, Joop!
Dankjewel Mieke.